De onrechtvaardige rechter

Lukas 18:2-8

Hij zei: Er was in een zekere stad een rechter die God niet vreesde en geen mens ontzag. En er was een weduwe in dezelfde stad en zij kwam voortdurend naar hem toe en zei: Doe mij recht tegenover mijn tegenpartij. En hij wilde een tijd lang niet. Daarna echter zei hij bij zichzelf: Hoewel ik God niet vrees en geen mens ontzie, toch zal ik, omdat deze weduwe mij lastigvalt, haar recht doen, opdat zij uiteindelijk niet komt en mij in het gezicht slaat. En de Heer zei: Hoor, wat de onrechtvaardige rechter zegt. Zal God dan geen recht doen aan Zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen, ook wanneer Hij lang wacht om hen te hulp te komen? Ik zeg u dat Hij hun met spoed recht zal doen. Maar zal de Zoon des mensen, als Hij komt, wel het geloof op de aarde vinden?

Recht is een belangrijk begrip in de Bijbel. Het woord komt 323 keer voor en dan hebben het nog niet over alle woorden die ervan afgeleid zijn: rechtvaardigheid, gerechtigheid, rechtspraak, rechter, enz. In Genesis 18:25 lezen we al: ‘Zou de Rechter van de hele aarde geen recht doen?’. Goede rechtspraak gaat Hem aan het hart. Hij is een God van recht.

Wat Jezus op het oog had met deze gelijkenis, en wat wij ermee moeten, is gemakkelijk te vinden. Dat lezen we in 18:1 ‘En Hij sprak ook een gelijkenis tot hen met het oog daarop dat men altijd moet bidden en niet de moed verliezen’. Het 2e deel van hoofdstuk 17 gaat over de komst van het Koninkrijk van God. Dat sluit aan bij de vraag van Jezus aan het einde van de gelijkenis: zal Hij nog geloof vinden bij Zijn wederkomst? Het thema is dus: volharden in het gebed, zonder de moed te verliezen, ook al duurt het wachten lang.

Het verhaal gaat over een stadsrechter die zich waarschijnlijk goed laat betalen voor zijn uitspraken en een arme weduwe die niet in staat is om op die manier haar recht te halen. Maar deze vrouw weet niet van opgeven en haar vasthoudendheid levert haar uiteindelijk het gewenste resultaat op. Dan trekt Jezus de lijn door naar God en Zijn uitverkorenen die hun recht zoeken bij Hem. De belofte is dat ze, net zoals de weduwe, zullen krijgen waar ze recht op hebben. Maar het kan wel even duren. De vraag is: zullen ze vertrouwen blijven hebben in een goede afloop of gaan ze proberen het recht in eigen hand te nemen?

De weduwe had te maken met een tegenstander, een antidikos in het Grieks. In 1 Petrus 5:8 wordt de duivel zo genoemd: ‘uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw’. We hebben als gelovigen te maken met diezelfde tegenpartij die alles in de strijd werpt om ons te ontmoedigen: onrechtvaardige mensen, tegenslag, domme pech, zwakheden en moeilijke omstandigheden. Zo’n beetje alles wat we graag anders hadden gezien en waarvan we denken dat God dat zou kunnen rechtzetten. Maar het lijkt vaak alsof God zwijgt en het niet voor ons opneemt. Dat is niet een nieuw gegeven. Tot 5 maal toe lezen we in de Psalmen: ‘Doe mij recht, HEER … verschaf mij recht’. In Jeremia 30:18b lezen we de aansporing: ‘Voorzeker, de HEER is een God van recht. Welzalig zijn allen die Hem verwachten’. Ook als Hij lang wacht om te hulp te komen? Ja, juist dan!

Het is niet aan ons om wraak te nemen en terug te slaan als ons onrecht is aangedaan. Daar zullen we mee moeten leren leven, maar wel in de verwachting dat er uiteindelijk recht zal worden gedaan. ‘Wij zullen immers allen voor de rechterstoel van Christus gesteld worden’ (Romeinen 14:10). Daar zal over alles en iedereen een oordeel uitgesproken worden. Daar zal het echter in de eerste plaats over onszelf gaan, over ons tekortschieten ten opzichte van God en onze medemens. Alle feiten zullen openbaar worden: al onze gedachten, beweegredenen, woorden en daden. Duidelijk zal worden voor wie wij een ‘tegenstander’ zijn geweest, wie wij onrecht hebben aangedaan. Dan zal onze hoop alleen nog in Christus zijn, in Hem die de straf al voor ons gedragen heeft. De ‘aanklager’ de duivel zal als eerste veroordeeld worden: ‘En de duivel … werd in de poel van vuur en zwavel geworpen’ (Openbaring 20:10). Met hem uit de weg komt het recht bliksemsnel. Er zal geen enkele vorm van onrecht meer bestaan. Wat ons is aangedaan is dan weg. Wat wij anderen hebben aangedaan ook. Er zullen geen oude rekeningen meer te vereffenen zijn. Het recht zal volkomen gezegevierd hebben.

Geloof je dat? Is dat jou hoop? Dan kun je dat kleine beetje onrecht dat jou is aangedaan best nog even dragen. In vergelijking met de eeuwigheid is het maar een ogenblik. Het komt immers goed!

Plaats een reactie